Groningen verdient geen bestuurlijk lapwerk, maar echte verandering

Door de jaren heen is één ding pijnlijk duidelijk geworden: de aanpak van de aardbevingsschade en versterkingsoperatie in Groningen faalt op fundamenteel niveau. De overheid kiest keer op keer voor pleisters plakken in plaats van structurele oplossingen. Dit is geen kwestie van onkunde meer – dit is bestuurlijke onwil. En zolang Den Haag weigert in te grijpen, blijft Groningen vastzitten in een systeem dat bewoners murw slaat en de regio in onzekerheid houdt.

De mythe van de voortgang

Wie naar de staatssecretaris luistert, zou bijna denken dat er grote vooruitgang wordt geboekt. Er zijn regelingen opgezet, extra geld is beschikbaar gesteld en er worden gesprekken gevoerd met bewoners. Maar in de praktijk zijn dit schijnoplossingen. De kernproblemen blijven bestaan: een bureaucratische molen die bewoners wantrouwt, procedures die eindeloos voortslepen, willekeur in
schadevergoedingen en versterking en een overheid die herhaaldelijk benadrukt hoe ‘complex’ alles is. De realiteit is dat gedupeerden nog steeds jarenlang moeten vechten voor hun rechten, terwijl Den Haag blijft herhalen dat het ‘goed geregeld is’.

Deze framing – dat de situatie onder controle is – is levensgevaarlijk, want het geeft de politiek een excuus om achterover te leunen. Kamerleden krijgen de indruk dat het probleem grotendeels is opgelost, waardoor het momentum voor echte hervormingen verloren gaat. En dat terwijl bewoners dagelijks te maken hebben met de gevolgen van een systeem dat hen eerder tegenwerkt dan helpt.

De val van bestuurlijk onvermogen én bestuurlijke onwil

Het falen in Groningen is niet alleen een kwestie van incompetentie, maar van een bewuste keuze om geen systeemverandering door te voeren. We zien een giftige combinatie van bestuurlijk onvermogen en bestuurlijke onwil. Onvermogen, omdat de overheid geen effectieve en efficiënte aanpak weet te formuleren en ambtenaren blijven hangen in oude structuren. Er is geen daadkracht, geen visie, en geen echte coördinatie binnen het kabinet. De verantwoordelijke bestuurders missen de kennis of het leiderschap om door te pakken en verzanden in bureaucratische optimalisaties die de problemen slechts cosmetisch verbeteren.

Tegelijkertijd is er bestuurlijke onwil, omdat een fundamentele hervorming betekent dat de overheid volledige verantwoordelijkheid moet nemen, inclusief de financiële en juridische consequenties die daarbij horen. Verandering zou ook betekenen dat het huidige model – met al zijn commissies, bureaucratische lagen en verantwoordingsstructuren – op de schop moet. Dat is politiek ongemakkelijk, en dus kiest men voor de weg van de minste weerstand. Zolang de overheid net genoeg doet om de publieke verontwaardiging te temperen, maar nooit genoeg om het probleem structureel op te lossen, blijft Groningen vastzitten in deze vicieuze cirkel.

Vijlbrief versus Van Marum: de verandering die niet kwam

Een schrijnend voorbeeld van hoe bestuurlijke keuzes het verschil kunnen maken, is het contrast tussen de vorige staatssecretaris Hans Vijlbrief en zijn opvolger Eddie van Marum. Vijlbrief begreep al snel dat hij niet kon blijven werken binnen het bestaande systeem en zette zich in voor een nieuwe, menselijkere benadering. Hij draaide de bewijslast om, luisterde écht naar bewoners en zag in dat bureaucratische controlemechanismen de kern van het probleem waren. Zijn aanpak was niet perfect, maar het was een stap in de richting van verandering.

Van Marum bewandelt een ander pad. In plaats van door te pakken op de ingezette hervormingen, kiest hij voor terughoudendheid en bestuurlijke voorzichtigheid. Hij houdt vast aan het bestaande model en beweert dat samenwerking binnen het systeem volstaat. In plaats van de regels fundamenteel te herschrijven, optimaliseert hij slechts de marges. De boodschap is duidelijk: er komt geen echte systeemverandering.

 “Besturen is niet managen wat er is, maar veranderen wat nodig is”

Het verschil tussen de twee staatssecretarissen is niet alleen een verschil in stijl, maar een verschil in politieke moed. Waar Vijlbrief risico’s durfde te nemen en bereid was om gevestigde structuren te doorbreken, kiest Van Marum voor stabiliteit en beheersbaarheid. Maar stabiliteit in een falend systeem betekent slechts dat het falen voortduurt.

Waarom bijeenkomsten met bewoners niets oplossen

Een van de recente initiatieven van de staatssecretaris is het organiseren van bijeenkomsten met bewoners om te ‘luisteren naar wat er speelt’. Op papier lijkt dat een mooi gebaar, maar in de praktijk zijn deze sessies een farce.

Bewoners kunnen uitstekend uitleggen wat er misgaat en waar ze tegenaan lopen, maar het is niet hun taak om een nieuw systeem te ontwerpen. Dat is de verantwoordelijkheid van bestuurders. Zolang de staatssecretaris vast blijft houden aan het huidige model, hebben deze bijeenkomsten geen enkele zin. Ze scheppen valse verwachtingen, zonder dat er echte verandering volgt.

Dit is bestuurlijk theater in zijn puurste vorm: een podium bieden aan bewoners, zonder dat hun input leidt tot structurele aanpassingen. Het lijkt op ‘actie’, maar het is slechts een manier om kritiek tijdelijk te dempen en het beleid te legitimeren.

De machteloosheid van lokale bestuurders

Ondertussen zit de provincie Groningen met een gedeputeerde die wél begrijpt waar de pijnpunten zitten en die zich inzet voor fundamentele veranderingen. Maar zolang Den Haag vasthoudt aan het bestaande systeem, is haar invloed beperkt. Ze wordt gedwongen mee te bewegen met het Haagse beleid, in de valse hoop dat er op detailniveau nog iets te veranderen valt.

Dit is het ultieme probleem: zelfs als er binnen de regio bestuurders zijn die écht iets willen verbeteren, worden ze vastgezet in een systeem dat hen weinig manoeuvreerruimte biedt. Als een gedeputeerde die zo dicht bij de problematiek staat geen verandering kan forceren, ligt de verantwoordelijkheid volledig bij het Rijk. Maar het Rijk kiest ervoor om te blijven toekijken.

Tijd om van Groningen een politiek issue te maken

Het enige wat nog kan helpen, is het maken van een politieke doorbraak. Maar zolang de meerderheid van de Tweede Kamer blijft geloven dat het probleem grotendeels is opgelost, blijft het falende systeem intact. De weinige Kamerleden die wél verandering willen, krijgen onvoldoende steun en worden overschaduwd door de Haagse framing dat alles onder controle is.

De sleutel ligt in het blootleggen van de werkelijkheid. Publieke en media-aandacht moet de schijnoplossingen doorprikken. Schrijnende gevallen en systeemfouten moeten breed worden uitgelicht, zodat de politiek zich niet langer kan verschuilen achter mooie woorden. Kamerleden moeten worden geconfronteerd met de realiteit: dit dossier is niet opgelost, het wordt in stand gehouden.

Groningen heeft geen behoefte aan meer bestuurlijk lapwerk. De tijd van ‘betere samenwerking’ en ‘kleine optimalisaties’ is voorbij. Dit systeem werkt niet. En de enige manier om dat te veranderen, is door de politieke druk zo hoog op te voeren dat Den Haag niet langer weg kan kijken.

De regio verdient geen valse hoop. De regio verdient rechtvaardigheid. En het is tijd dat Den Haag dat eindelijk erkent.

 

Deze bijdrage is op persoonlijke titel geschreven door Derk K. Kremer

1000 Characters left


Informatie VGME

Vereniging Groninger Monument Eigenaren

Postadres
Hoge der A 5
9712 AC Groningen

Kamer van Koophandel
68679785

Bankrekening
NL11 INGB 0007 6939 59

Mail secretariaat
secretariaat@groningermonument.nl

Mailadres ledenadministratie
leden@groningermonument.nl

 

Wie zijn online?

alleen zichbaar als je bent ingelogd